Fragment
De officier gaf een teken met zijn hand en zes soldaten liepen vooruit. Ze legden hun geweren aan en… Hendrik keek weg. De knallen donderden door de lucht. Het was bijna alsof de kogels in zijn borst insloegen, maar hij bleef rechtop staan. De gevangenen niet, zag hij toen hij zijn hoofd weer gedraaid had. Die lagen als vodden op de grond, in hun eigen bloed.
Dit was je lot als je de Fransen tegenwerkte. Hij slikte de zure smaak weg die omhoog kwam zetten. Misschien was hij niet de aangewezen persoon om de Fransen te dwarsbomen. Moesten anderen dat maar doen.
Vanaf het muurtje bekeek hij de Amsterdammers die het executieterrein de rug toedraaiden en wegliepen, terug naar hun dagelijkse leven. Zat daar een held tussen die nog de moed had om tegen de bezetter in opstand te komen? De meeste mensen zagen er sjofel uit en hadden waarschijnlijk al genoeg problemen om aan werk en eten te komen. De enige helden lagen nu dood op het executieterrein. Er zou niets veranderen. De Amsterdammers waren lafaards. Ze verdienden niet beter dan onderdrukt te worden.
En ik? vroeg Hendrik zich af. Wat doe ik?
Recente reacties