Heleen en Tim springen op het schoolplein van de ene bank naar de andere. Als Heleen uitglijdt komt ze heel ongelukkig terecht.
‘Au, au, mijn been!’ huilt ze met grote snikken.
Tim staat er geschrokken bij.
Heleen moet naar het ziekenhuis en haar been moet in het gips.
In Het been van Heleen komen het bezoek aan het ziekenhuis, het onderzoek, de röntgenfoto, het gips zetten en het weer loszagen van het gips uitvoerig aan de orde.