Joep wrijft over zijn gezicht. ‘Het jeukt’ zegt hij.
‘Zie je wel!’ roept mama. ‘Ik dacht het vanmorgen al: volgens mij heb je de waterpokken.’
Joep heeft de waterpokken. Daarom mag hij niet naar buiten. Hij hoopt maar dat hij op tijd beter is voor de lampionoptocht.
In De jeuk van Joep wordt het verloop van de waterpokken beschreven: de moeheid, de rode vlekken, de blaasjes, de vreselijke jeuk en wat je daartegen kunt doen.